Broddelen

Broddelen is een stoornis in het spreken, die zich uit als een niet-vloeiende of aritmische, moeilijk verstaanbare spraak. Opvallend zijn een slappe uitspraak en een hoog spreektempo, het ineenschuiven van woorden (bijvoorbeeld ‘tevisie’ in plaats van ’televisie’), stopwoordjes, snelle woordherhalingen en klankherhalingen, en moeilijkheden met het formuleren van gedachten, ook schriftelijk.
 
Broddelen kan samen gaan met hyperactiviteit en een slechte concentratie, dit hoeft echter niet. De luisteraar zal de persoon die broddelt vaak slecht verstaan en reageren met: “Wat zeg je?”. De spreker merkt wel dat er iets mis is met zijn spreken, maar hij weet niet precies wat. Broddelen is als een stoornis in de communicatie te beschouwen.
 
Doordat er bij broddelen herhalingen van woorden en klanken zijn, lijkt het soms op stotteren. Een duidelijk verschil met stotteren is dat de broddelaar niet opmerkt dat zijn spreken herhalingen en onduidelijkheden vertoont en de stotteraar meestal wel.
 
De oorzaak van broddelen is terug te voeren op een onvoldoende rijping van het centraal zenuwstelsel. De spraak- en taalontwikkeling verloopt daardoor niet evenwichtig. De volle omvang van het probleem wordt pas duidelijk rond de zevenjarige leeftijd, als de periode van de spraak- en taalontwikkeling voltooid is.

Wat doet de logopedist?

Kinderen die broddelen worden in eerste instantie behandeld door een logopedist. In een later stadium kan een remedial teacher ingeschakeld worden, als er ook problemen zijn met de schoolse vaardigheden. Deze zogenaamde risicokinderen vertonen een late of vertraagde spraakontwikkeling; broddelen komt dan ook in de familie voor.